Tekst 4 (regel 41-57)
41 Een (...) verklaring is dat jeugdige daders met eerdere delicten (...) in toenemende mate last hebben van een negatief label of een stigma, 45 waardoor zij minder kansen hebben op bijvoorbeeld een stage of baan. Wanneer deze kansen worden afgesneden, vergroot dit de kans dat jeugdigen opnieuw de fout in gaan of 50 kiezen voor een criminele carrière. Ervoor zorgen dat jeugdigen na een veroordeling (...) een nieuwe start kunnen maken zonder gestigmatiseerd te worden, kan 55 mogelijk helpen om te voorkomen dat de verschillen in recidive verder toenemen. (...)."
Gebruik regel 41 tot en met 57 van tekst 4.
Uit regel 41 tot en met 57 blijkt dat jeugdige daders met eerdere delicten geen hoge maatschappelijke positie hebben. Bij het verkrijgen van een maatschappelijke positie spelen twee processen een rol: het proces van positieverwerving en het proces van positietoewijzing.
a Leg uit dat het proces van positieverwerving een rol speelt in de maatschappelijke positie die jeugdige daders met eerdere delicten hebben. Gebruik in je uitleg een omschrijving van het proces van positieverwerving.
b Leg uit dat het proces van positietoewijzing een rol speelt in de maatschappelijke positie die jeugdige daders met eerdere delicten hebben. Gebruik in je uitleg:
c Bedenk een maatregel die een positieve invloed kan hebben op de maatschappelijke positie van jeugdige daders met eerdere delicten en die past bij het proces van positietoewijzing.