Home

AISHA Examentrainer

VWO - BIOLOGIE - TV1

Opgave 4: Drop

Context bij Opgave 4

GA heeft effect op bepaalde cellen in de nierbuisjes (afbeelding 2). In het grondplasma van deze cellen bevinden zich mineralocorticoïd-receptoren. Door binding van cortisol wordt een mineralocorticoïd-receptor (MR) geactiveerd. De geactiveerde MR verplaatst zich naar de kern, waar dit complex bindt aan een hormoon-respons-element (HRE). Daardoor komen bepaalde genen tot expressie, wat leidt tot de synthese van $Na^{+}$-kanalen die in het celmembraan terechtkomen. GA verhindert de werking van het enzym 11ß-HSD2 in deze niercellen. Dit enzym zet normaliter cortisol om in cortison. Cortison kan niet binden aan de MR.

De opname van GA leidt tot een toename van de osmotische waarde van het bloed.

...(afbeelding 2).

Bronafbeelding bij vraag 23

Vraag 23 (Max. 2 punten)

Leg dit uit aan de hand van afbeelding 2.

Snelste AI-hulp Slimste AI-hulp