Inleiding: Nederland kende van 1917 tot 1970 bij de verkiezingen een opkomstplicht. In die periode gingen bijna alle stemgerechtigden naar de stembus. Op niet-stemmen stond een geldboete. In België geldt de opkomstplicht nog steeds.
De Nederlandse regering heeft de opkomstplicht in 1970 afgeschaft. Een reden daarvoor was dat de plicht moeilijk te handhaven was. Een andere reden was dat de regering ervan uitging dat kiesgerechtigden toch wel gingen stemmen. Nog een reden voor afschaffen was dat mensen door de verplichting juist tegenzin kregen om te gaan stemmen. Ruim vijftig jaar na de afschaffing pleiten de Belgische politicus Calvo en politicoloog Otjes voor een herinvoering van de opkomstplicht in Nederland. Deze opgave gaat over een opkomstplicht voor politieke verkiezingen.
In figuur 2 staan de opkomstpercentages tijdens nationale verkiezingen in Nederland en in België van de afgelopen eeuw.
figuur 2
Opkomst bij nationale verkiezingen in Nederland en in België, in percentages (1921-2021)
Toelichting
In de figuur staan de percentages van de opkomst van kiesgerechtigden tijdens de verkiezingen voor de Tweede Kamer in Nederland en tijdens de verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België. In België geldt een opkomstplicht met het risico op een geldboete. In Nederland is de opkomstplicht in 1970 afgeschaft.
Gebruik figuur 2.
Formuleer een hypothese over de opkomstplicht die ondersteund kan worden met de gegevens in figuur 2.