Een econoom kijkt met behulp van twee vereenvoudigde modellen naar de economische groei op korte termijn (figuur 1) en op de lange termijn (figuur 2). Met behulp van deze modellen kan de econoom onderzoeken hoe de economische groei kan worden gestimuleerd.
Figuur 1 Economische kringloop (pijlen zijn geldstromen)
Legenda:
Y | nationaal inkomen | E | export |
EV | effectieve vraag | M | import |
C | consumptie | B | belastingen |
I | investeringen | Co | autonome consumptie |
O | overheidsbestedingen | Io | autonome investeringen |
Oo | autonome overheidsbestedingen |
De econoom analyseert met behulp van figuur 1 twee opties om de economische groei op korte termijn te stimuleren:
met behulp van figuur 1
Leg uit welke optie het sterkste effect heeft op de groei van het nationaal inkomen.